Klimaatverandering: regen en extreme regen

De aanwezigheid van riolering ervaren we als vanzelfsprekend. Nu nemen we ook een volgende stap: we stellen ons de vraag in hoeverre de riolering ons kan helpen om de extreme regenbuien te verwerken.

De meeste riolering kan een regenbui verwerken van ongeveer 20 mm/uur. Dat is een regenbui die pakweg 1 keer per twee jaar voorkomt en behoorlijk veel water geeft. Als uitgangspunt hanteren we dan dat er plasvorming mag ontstaan op de sommige plekken bij straatkolken. 

Een extreme regenbui geeft veel meer regenval. Naast de riolering wordt dan ook het maaiveld van belangrijk voor het verwerken en afvoeren van regenwater.  Denk maar aan de regenbui(en) die in het weekend van 18-19-20 juni 2021 in ons gebied op vele plekken voor wateroverlast en -schade zorgden. Er viel dat weekend in een groot gebied meer dan 100 mm en plaatselijk zelfs meer dan 140 mm regen (gemiddeld valt er ongeveer 60-64 mm in de gehele maand juni). Duidelijk is dat riolering deze hoeveelheden niet kan verwerken. 

In onze omgeving is vergroten van de riolering in het algemeen geen oplossing om wateroverlast en/of -schade te voorkomen. Niet alleen zou het een enorme technische uitdaging zijn om het in de praktijk voor elkaar te krijgen om buizen van voldoende afmeting zo in de ondergrond aan te leggen, het zal ook financieel een (te) forse investering zijn. De oplossing moeten we vinden in de inrichting van ons maaiveld. We moeten de oplossing vinden bij de bouw van onze woningen en gebouwen. Tegelijkertijd moeten we  ook rekening houden met droogte, hitte en biodiversiteit. 

We hebben een beeld van de plaatsen waar wateroverlast te verwachten is. Nu is een nauwkeurige beschrijving van die gebieden nodig. Dat gaat niet alleen over de riolering (de buizen en putten), het gaat ook over het watersysteem: de sloten en vijvers en de duikers die deze waterpartijen met elkaar verbinden. Het gaat ook over de manier waarop we ons gebied hebben ingericht met wegen, parken en groenstroken. Het is nodig om dit goed te weten zodat we voorstellen tot verbetering van de problemen met betrekking tot wateroverlast (en droogte en hitte) met de betrokkenen uit die omgeving kunnen bespreken.